De Belgische beleving van het naderende WK
Wanneer slaat de WK-koorts eindelijk toe in België? Sowieso altijd later dan in Nederland, waar men het niet doet voor minder dan een titel, hoe middelmatig de selectie ook is. Hier is het besef ingedaald dat het tijdperk van de “Gouden Generatie” rondom Eden Hazard, Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku en Thibaut Courtois op zijn einde loopt. De derde plaats die bij het laatste WK behaald werd zou wel eens het hoogtepunt van die generatie kunnen zijn.
De voetballers worden ondertussen op alle fronten klaargestoomd voor dat WK. In workshops met Amnesty International werden ze voorgelicht over arbeids- en mensenrechten in Qatar. Eden Hazard zal verder één van de tien aanvoerders zijn die de One Love-band draagt.
Op 1 oktober wijdde De Standaard Weekblad een omslagverhaal aan Qatar, voorzien van de ondertitel “Een kritisch bezoek aan het WK-gastland”. Dat woordje kritisch leek overbodig en bevreemdde, totdat je las dat de reis verzorgd was door de Qatarese overheid en de toernooiorganisatie. Het was een laat initiatief om begrip te kweken voor het land, zoals elke actie in de aanloop naar dit WK te laat lijkt.
De Rode Duivels hebben 14 sponsors. 13 van hen hebben laten weten geen klanten uit te nodigen en evenmin zelf af te reizen. Voor de veertiende, het bouwbedrijf Besix, zou dat een te loos gebaar zijn. Het heeft het Al Janoubstadion gebouwd en het Khalifastadion gerenoveerd, projecten samen goed voor 900 miljoen euro.
Ook verder is het Belgische bedrijfsleven onzichtbaar aanwezig op het WK, met doellijntechnologie, met licht en geluid. Zelfs het gras draagt een Belgisch stempel. Het zijn de vruchten van een succesvol lobbyoffensief dat al in 2011 begonnen is, een paar maanden nadat het WK aan het golfstaatje was toegekend. Elf jaar later is Qatar een belangrijke handelspartner van België geworden. Door de Oekraïne-oorlog heeft het land, als exporteur van lng, nog aan gewicht gewonnen.
Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib zal één van de voorrondewedstrijden bijwonen. Over het sturen van een zwaardere delegatie zwijgt de federale regering nog. Als de premier en de koning afreizen, dan is dat hooguit als het team de laatste vier haalt. België moet op 23 november voor het eerst aan de bak, tegen Canada, en is verder ingedeeld in een poule met Kroatië en Marokko. De gouden generatie is over de top, Hazard lijkt hopeloos uit vorm, Lukaku is onzeker. Misschien lost het probleem zich vanzelf op.
© Ricus van der Kwast, oktober – november 2022
Een eerdere versie van dit artikel is ook verschenen in Argus, jaargang 6, nummer 138, 9 november 2022