In september 2019 haalt Jean-Claude Marcourt de kolommen van Le Soir als verliezer van de week. Marcourt is dan een kopstuk in de Franstalig Belgische Parti socialiste. Jarenlang wordt hij al getipt als Waals premier, een federale ministerspost lijkt ook te lonken. Maar door zijn nieuwe baan als voorzitter van het Waalse parlement is zijn loopbaan ineens op een zijspoor beland. “Ik word de marionet van de griffier”, grapt Marcourt bij zijn benoeming.
Profetische woorden, zo zal blijken. Drie jaar later komt diezelfde griffier, Frédéric Janssens, in opspraak. Het regent klachten bij de arbeidsinspectie over hem. Janssens blijkt een schrikbewind te voeren. Hij intimideert en stalkt medewerkers. Hij deinst niet terug voor bedreigingen. Een collega die het aan zijn hart heeft krijgt te horen dat hij een dag later in het lijkenhuis zal liggen als hij nou niet eindelijk eens gehoorzaamt.
De griffier blijkt een ongeleid projectiel zonder weerga. Zonder enig toezicht bestiert hij projecten, bouwopdrachten verdeelt hij zoals het hem uitkomt. Het nagelnieuwe Huis van de parlementariërs in Namen heeft 46 miljoen euro gekost, meer dan vier keer zoveel als tevoren beraamd. Diezelfde factor vier vind je terug bij de budgetoverschrijding van een voetgangerstunnel die de parking met het parlement verbindt. De tunnel, die 25 meter lang is en alleen door de 75 parlementariërs gebruikt mag worden, heeft uiteindelijk drie miljoen euro gekost. Dat is een investering van 40.000 euro per parlementslid, voor elk van hen 1600 euro per meter. Druk het uit zoals je wilt, het moet het duurste wandelpaadje ter wereld zijn.
Medio september wordt Janssens geschorst. Voorlopig voor zes maanden, met behoud van salaris, een slordige 9000 euro netto per maand. Elke zichzelf respecterende chef zou nu, als eindverantwoordelijke, de eer aan zichzelf houden en opstappen. Maar niet Marcourt. Pas in december, als aan het licht komt dat hij samen met Janssens voor een bezoek aan de wereldexpositie in Dubai eind 2021 19.000 euro verspijkerd heeft in nauwelijks vier dagen tijd, wordt ook zijn positie onhoudbaar.
19.000 euro, zo’n bedrag kan ik in perspectief plaatsen. In mijn meest reislustige jaren als ondernemer in het pre-pandemie-tijdperk, was ik een kwart van mijn werktijd buitenslands en maakte daarbij één keer per jaar een verre trip, meestal naar Azië. Aan reis- en verblijfskosten gaf ik in totaal nooit meer dan 12 duizend euro in een jaar uit, en het is niet dat ik in mijn auto overnachtte en van blikvoer leefde.
Aan het eind van zo’n jaar zei mijn accountant steevast: “Nu gaan we 20% van die kosten als niet-aftrekbaar opvoeren, om controles en gelazer met de fiscus te voorkomen.” Ik sputterde al even traditiegetrouw tegen – elke cent had ik immers voor mijn zaak uitgegeven – maar volgde altijd zijn advies. Such is life: winnaar van de week in Le Soir zal ik nooit worden – ondernemers zitten daar in het verdomhoekje.
19.000 euro: wat de Waalse voorzitter en zijn griffier in Dubai te zoeken hadden op een tentoonstelling waar Wallonië al vertegenwoordigd werd door zijn minister-president, Elio Di Rupo, zal wel altijd onduidelijk blijven.
Het zal na het bekend worden van die Dubai-trip nog vijf dagen duren voordat Marcourt zich terugtrekt, maar ook dan heeft hij nog geen flauw idee wat hij fout gedaan heeft.
De Waalse socialisten, al decennia lang geplaagd door schandalen en corruptie en verantwoordelijk voor veel wat er mis is in Wallonië, slaan de bladzijde om en schakelen over naar de volgende affaire: de omkoping van Europees parlementslid Marc Tarabella door Qatar.
En Marcourt? Op 9 december kroont Le Soir hem weer tot verliezer van de week, een paar weken zelfs tot één van de verliezers van het jaar. Ook een marionet kan nog diep vallen.
© Ricus van der Kwast, december 2022 – januari 2023
Dit artikel is ook verschenen op Joop.nl, 11 januari 2023