Ras-le-bol
Zou het de taal zijn?
Je n’en peux plus, j’en ai assez, marre, par-dessus la tête. J’en ai ma claque. J’ai les boules, met het bijbehorende gebaar. Het gaat eindeloos door: zoveel manieren om te zeggen dat je er genoeg van hebt, dat je je groen en geel ergert. Ras-le-bol is mijn persoonlijke favoriet. Ralleboll, rallboll, het rolt zo heerlijk vol in je mond met al die onzichtbare ellen. Het heeft lang geduurd voordat ik het ergens geschreven zag, daar zal die fascinatie wel vandaan komen. De laatste maanden zie ik het overal.
Het is niet de taal, al wekte vooral de Vlaamse berichtgeving de indruk dat de gele hesjes- beweging vanuit Frankrijk was overgewaaid naar Franstalig België. De grootste betoging vond plaats in Brussel en telde 1000 betogers. Op andere plaatsen, bij benzine-depots, kon je er nog enkele tientallen vinden. Ze mopperden over de opkomst: op Facebook hadden ze toch meer dan 10.000 likes. De vonk sloeg niet over. Niet de taal dus, maar het land. Gele hesjes zijn iets voor Frankrijk.
Op 18 oktober 2018 plaatst Jacline Mouraud, accordeoniste en hypnotherapeute, een protestvideo op Facebook (1). In haar coup de gueule van vierenhalve minuut spuit ze haar gal over gestegen brandstofprijzen, over verhoogde belastingen, over Emmanuel Macron. Enkele weken later is de video meer dan zes miljoen keer bekeken.
Op 21 oktober wordt een online petitie van Priscilla Ludosky, adviseur in aromatherapie, nieuws. (2) In haar petitie vraagt ze om een verlaging van de prijzen aan de pomp. Binnen enkele dagen hebben meer dan 200.000 mensen hun steun betuigd. Inmiddels is de teller de één miljoen ruim gepasseerd.
De krachten worden gebundeld, onder meer met vrachtwagenchauffeur Eric Drouet. Snelwegen en rotondes worden geblokkeerd. De eerste landelijke manifestatie vindt plaats op zaterdag 17 november. Die brengt door heel Frankrijk ruim 280.000 mensen op de been. Vanaf dat moment wordt er elke zaterdag betoogd. De zaterdagen worden genummerd als Actes, bedrijven in een toneelstuk waarvan we niet weten of er ooit nog een epiloog komt.
Het aantal betogers loopt ondertussen terug, na drie maanden zijn het er nog zo’n 40.000. Maar het geweld en de vernielingen blijven aanhouden. Minstens tien doden zijn er gevallen, honderden mensen zijn gewond geraakt. De schade voor de Franse economie wordt alleen al in 2018 beraamd op meer dan 4 miljard euro, 0,2% van het Bruto Nationaal Product (BNP). (3)
Waar aanvankelijk zo’n 70% van de Franse bevolking achter de acties staat, vindt inmiddels een meerderheid (56%) dat de acties moeten stoppen (4). Wie weet, misschien zal het deze keer nog allemaal met een sisser aflopen.
1789: nooit ver weg
Frankrijk blijft intussen in West-Europa de voorloper van oproer en rebellie tegen het openbare gezag. En voordat je het weet, word je dan tweehonderddertig jaar teruggeworpen. De Franse Revolutie is er nooit ver weg in een debat over rellen. Er was een voor-1789, met absolutisme en feodalisme, en een na-1799, waarin de idealen van de Verlichting als rationaliteit en democratie langzaam gestalte kregen. Daar liggen tien jaar van geweld tussen, waarover we van mening zullen blijven verschillen. Voor de één een noodzakelijk kwaad, voor de ander nodeloze terreur. Maar het belang van de Franse Revolutie als begin van onze moderne geschiedenis ontkent niemand. Zouden we vandaag echt weer op zo’n kolossaal breekpunt afstevenen?
Natuurlijk neigen we er altijd toe onze eigen tijd te verbijzonderen, al is het maar om kleur en zin aan je eigen bestaan te geven. Je geeft niet graag toe dat je in een saaie tijd leeft, waarin niets gebeurt, niets ontdekt wordt waar iemand over driehonderd jaar nog een boodschap aan heeft.
Toch lijkt er vandaag iets bijzonders aan de hand te zijn. Dat we voortdurend opgewonden signalen afgeven over wat ons dwarszit, of het nou een mislukt restaurantetentje of een zaak op leven en dood betreft, is nog tot daar aan toe. Dat al die signalen worden opgepikt, versterkt en zich dan razendsnel voortplanten in een samenleving waarin iedereen met iedereen verbonden is, lijkt onze tijd uniek te maken.
Het kan zo niet verder. We liggen op ramkoers met onze eigen beschaving. Niemand wil zo’n botsing, maar dat is allerminst een garantie dat ze niet komt. De geschiedenis grossiert in nooit gewilde, maar vreselijk uit de hand gelopen conflicten. Een revolutie misschien, maar tien jaar bakkeleien op zijn minst, en dan het einde van een tijdperk, een cesuur in onze geschiedenis. Het zou zo maar kunnen. En waarom zou Frankrijk niet weer het voortouw nemen?
Van sans-culottes tot gele hesjes
Overeenkomsten met 1789 zijn er. Allereerst is er het tenue dat tegelijk voor de geuzennaam zorgt. Tegenover de gilets jaunes van vandaag staan de sans-culottes van de late achttiende eeuw. Sans-culottes, goed beschouwd was dat een verwijzing naar iets wat er niet was: de kniebroek. In modern Frans is culotte vooral gereserveerd voor de damesslip. In zijn betekenis van toen kom je het nog tegen in de uitdrukking “porter la culotte”: de broek aan hebben, de baas zijn. Maar die hadden ze dus niet. Culot bestaat ook en betekent lef. Dat hadden ze wel.
De benarde toestand van de overheidsfinanciën wordt vaak als één van de oorzaken van de Revolutie aangehaald. Lodewijk XVI staarde in een voortdurend lege schatkist en was niet bij machte meer belasting te heffen of te innen: elke poging daartoe werd geblokkeerd door de adel, de bevoorrechte heersende klasse. Nog een parallel: de Franse staatsschuld vandaag neemt gestaag toe en is inmiddels zo groot als het BNP, waar ze bij de eeuwwisseling nog slechts 60% van dat BNP bedroeg. (5)
Woede en angst in de samenleving vormen een buitenkansje voor volksmenners en opportunisten. Beide tijdsgewrichten wemelen er dan ook van. Ten tijde van de revolutie had je de exagérés, de overdrijvers, met als voorman de journalist Jacques-René Hébert, die geen kans onbenut lieten om met opruiende taal het vuurtje op te stoken. Je had bankiers als Jean-Frédéric Perregaux, de nieuwe bourgeoisie, die wapens aankochten en verdeelden onder de kleine luyden om ze zo als stormram voor hun eigen ambities te gebruiken. En je had Joseph Fouché, een zeldzaam sluw politicus en intrigant pur sang. Voor hem geen guillotine: als geen ander voelde hij uit welke hoek de politieke wind waaide. Zijn politieke loopbaan zou bijna drie decennia omspannen in de meest tumultueze tijd uit de moderne Franse geschiedenis.
Eind 2018 roept Marine Le Pen, frontvrouw van het Rassemblement National, de hesjes op om op de Champs-Élysées te betogen. De gevolgen laten zich raden: meer dan honderd aanhoudingen, vierentwintig gewonden, naast de gebruikelijke vernielingen. Jean-Luc Mélenchon van het extreemlinkse La France Insoumise gaat in de beweging op zoek naar zijn verloren achterban en zet zijn klimaatagenda ervoor in de ijskast. Zelfs Luigi di Maio, ltaliaans vicepremier en leider van de Vijfsterrenbeweging, laat zich niet onbetuigd. Di Maio, in eigen land overschaduwd door de anti-immigratieretoriek van Matteo Salvini en diens Lega Nord, spreekt af met wat gilets jaunes en steekt hen een hart onder de riem. Het leidt tot het ergste diplomatieke incident tussen twee West-Europese landen sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De grootste aanjagers blijven vandaag natuurlijk Internet en sociale media, compleet met alle trollen en hackers. Elke Facebooker of YouTuber mag er hopen op zijn heure de gloire dankzij een virale video.
Maar nieuwe communicatiemiddelen waren er ook in 1789. De pamflettenstrijd woedde al enkele decennia. De elite was al dat papier een doorn in het oog. Van een belangrijke rede van Robespierre werden al snel 300.000 exemplaren gedrukt (6). Le père Duchesne, het blad van Hébert, verscheen in oplagen waar een krant vandaag zijn vingers bij af zou likken. Dat 85% van de Franse bevolking analfabeet was, deerde niet. In clubs, genootschappen of anders wel in het café werd voorgelezen en levendig gediscussieerd.
Zeep en diesel
Op het oog lijken de periodes dus op elkaar, maar is de gilet jaune daarmee de legitieme erfgenaam van de sans-culotte? Allebei ras-le-bol, maar waarvan precies? In de feodale samenleving van de achttiende eeuw richtten de grieven van de Derde Stand zich op de voorrechten van adel en clerus. Minder belastingdruk wilden ze, wat meer koopkracht. Daar kun je je iets bij voorstellen: werkelijk alles wat ze verdienden, voortbrachten of aanraakten was belast. Een ietsje meer invloed was ook meegenomen, al lag algemeen kiesrecht nog lang niet in het verschiet. Zelfs op het meest democratische moment van de Revolutie had minder dan 15% van de gewone burgers stemrecht.
Schaarste en speculatie joegen ondertussen de prijzen van voedsel en grondstoffen de hoogte in. De assignaten, waardepapieren die de overheid steeds meer uitgaf om het bankroet van de staat af te wenden, deden daarna de rest. Met de regelmaat van de klok had je hyperinflatie.
Op 14 juli 1789 kost een brood 14 sous. Het dagloon van een arbeider is dan zo’n 20 sous. (7) Áls hij werkt natuurlijk: vakantie- en feestdagen zijn voor eigen rekening. Je zou voor minder een lege gevangenis bestormen.
Wat stond er in die Cahiers de Doléances anno 2018, voordat het ontaardde in oproepen tot het afzetten van Macron, burgeroorlog en antisemitisme? De afstand tot de elite, te weinig invloed op het beleid, teveel belastingen. Uiteindelijk kwam dat allemaal samen in één punt: te weinig geld om van rond te komen.
Is dat zo? De inflatie is wat opgekropen, maar bleef ook in 2018 lager dan 2%. De jaarlijkse verandering van de koopkracht schommelt sinds de crisis van 2008 tussen een afname met 1% en een toename met 2%. (8) Inderdaad weinig in vergelijking met de vette jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, maar ook niet iets om de barricades voor op te gaan.
Wat doet de Franse staat intussen met al die belastingcenten voor zijn burgers? Eigenlijk best veel. De overheidsuitgaven belopen 57% van het BNP, meer dan in welk ander EU-land dan ook. (9) Daarvoor krijgt de Fransman vrijwel gratis onderwijs en goede, betaalbare gezondheidszorg.
Grove getallen natuurlijk, en schijn kan bedriegen. We hebben verfijndere instrumenten om te kijken. De Happiness and Life Satisfaction Index is er zo één. Al sinds 1973 meet de Eurobarometer jaarlijks voor enkele landen het welzijn van hun inwoners. In die index zitten economische, sociale en subjectieve factoren verpakt. Als we de gegevens uit de figuur bekijken (10), zien we iets raars. Niet alleen zegt 84% van de Fransen in 2016 nog dat ze tevreden of heel tevreden zijn met hun leven, bovendien stijgt dat percentage al veertig jaar lang.
Je kunt die getallen ook andersom benaderen. 16% van de Fransen, vier keer zoveel als in Nederland, is niet helemaal of helemaal niet tevreden met zijn leven. Is dat het dan? Moeten we al dat onbehagen zoeken in die groep van 16%? Dat duidt op economische ongelijkheid, en die kunnen we ook meten. Maar weer krijgen we nul op het rekest. De OECD-gegevens (11) laten duidelijk zien dat er maar weinig landen in Europa zijn waar de economische ongelijkheid en de armoedekloof kleiner zijn dan juist in Frankrijk.
Waarom is er geen enkele objectieve parameter te vinden die dat ongenoegen kan verklaren? Heel simpel: omdat het niet verklaard kan worden. Het protest heeft geen rationele basis. We zien hier het instinct aan het werk van een klasse die zich vastklampt aan zijn verworvenheden, en daarvan geen millimeter wil wijken. Zelfs niet als er een planeet op het spel staat.
De echt schrijnende gevallen, de voorlopige verliezers zoals je die altijd hebt in een samenleving, hoor je intussen niet. Ze dragen geen geel hesje. Ze vinden de weg naar al die rotondes en depots niet.
In februari 1793 kwamen, in wat één van de meest tot de verbeelding sprekende protestacties van de revolutie zou worden, de wasvrouwen in opstand tegen de voortdurend stijgende zeepprijzen. Waarmee begon het protest van de gele hesjes? Met de prijzen aan de benzinepomp, van diesel vooral, een brandstof die nooit van zijn levensdagen in personenauto’s gebruikt had mogen worden. Zeep toen, diesel nu: laat dat even op je inwerken.
Goddelijk recht
Herkennen we in de samenleving vandaag iets van de Franse Revolutie? Ja, maar wel met de rolverdeling ondersteboven. Want, laten we ons niet voor de gek houden, die gilets jaunes zijn geen reïncarnatie van de sans-culottes. Zij zijn de nieuwe gevestigde orde. Niemand heeft dat beter laten zien dan Jean-François Barnaba. (12) Barnaba is één van de boegbeelden van de beweging. Maar Barnaba is ook een ambtenaar die al tien jaar een speciaal statuut geniet: tijdelijk-zonder-werk. Daarvoor strijkt hij een maandsalaris op van 2600 €. Tien jaar of langer vorstelijk betaald worden om niets te doen: waar hebben we dat eerder gehoord?
Geen brood? Dan brioche! Het is één van de vele uitspraken die aan Marie-Antoinette zijn toegeschreven. Maar het volk is intussen volgevreten en obesitas is zijn probleem. Met hand en tand verzetten al die nieuwe edelmannetjes en –vrouwtjes zich tegen het inperken van hun voorrechten.
Ze hebben hun natuurlijke vijand: de baas. Want ze mogen de monarchie in 1793 een kopje kleiner gemaakt hebben en aan hun vijfde republiek toe zijn, één ding zijn ze altijd straal vergeten. Het droit divin, het goddelijk recht van de vorst, is nog springlevend. Je ziet het terug in de hele samenleving, in de hierarchie op de werkvloer. Maar de ultieme vorm blijft natuurlijk de verhouding van de bevolking tot haar president. Die zijn tot elkaar veroordeeld in een rollenspel van onderdaan en majesteit. Gehoorzaam volgt men in goede tijden de alwetende leider die immers een directe lijn heeft met de voorzienigheid. Maar als het minder gaat, voelt de onderdaan zich bedrogen en moet de leider letterlijk voor zijn toekomst vrezen.
Macron ging op 10 december door het stof tijdens zijn toespraak tot de natie, al was dat niet flagrant voor niet-Fransen. Maar het was een primeur: een Franse president die zijn excuses aanbood.
Het wordt tijd dat het volk ook zijn verantwoordelijkheid neemt en de president eindelijk van zijn goddelijke sokkel bevrijdt. Dat zou pas een revolte zijn. Een Zesde Republiek, en de eerste echte.
Dit artikel is verschenen in De Republikein, jaargang 15, nummer 1 (maart 2019); https://www.derepublikein.nl/
VERWIJZINGEN
(4) « Gilets jaunes » : la lassitude commence à se faire sentir dans l’opinion, in :
https://elabe.fr/gilets-jaunes-13fevrier/
(5) Dette publique de la France, https://fr.wikipedia.org/wiki/Dette_publique_de_la_France
(6) Vue d’aujourd’hui, la Révolution française est une immense leçon d’optimisme, Ivan du Roy in gesprek met Eric Hazan, in : https://www.bastamag.net/Vue-d-aujourd-hui-la-Revolution
(7) Conférence d’Henri Guillemin sur Robespierre, 10-2-1970, o.a. in :
http://etienne.chouard.free.fr/Europe/forum/index.php?2012/06/08/227-conference-d-henri-guillemin-sur-robespierre-le-texte
(8) Revenu disponible brut et pouvoir d’achat en 2017. Données annuelles de 1960 à 2017. https://www.insee.fr/fr/statistiques/2830244
(9) More égalité than you might think, in:
https://www.economist.com/europe/2019/01/12/how-france-redistributes-more-from-rich-to-poor-than-sweden
(10) https://ourworldindata.org/happiness-and-life-satisfaction
(11) https://data.oecd.org/france.htm