Waarschijnlijk is er geen betere film om 2023 mee in te luiden en tegelijk terug te kijken op 2022 dan Soylent Green. De film is verschenen in 1973, precies vijftig jaar geleden, en speelt zich af in het New York van 2022.
Zelf zag ik de film voor het eerst een paar jaar na het uitkomen. Op Duitse TV, nagesynchroniseerd, zoveel is zeker. De zin die hoofdpersoon Robert Thorn uitschreeuwt als hij aan het slot op een brancard wordt afgevoerd, de zin die ik hier niet zal herhalen omdat het de spoiler aller spoilers zou zijn, die zin dus, staat in het Duits in mijn geheugen gegrift[i].
Nu zag ik de film een tweede keer, op nieuwjaarsdag, mijn eerste voornemen in 2023 op een te lange lijst. Soylent Green is geregisseerd door Richard Fleischer, bekend van films als 20,000 Leagues Under the Sea en Barabbas. Het scenario nam als vertrekpunt Make Room! Make Room! van de sciencefictionschrijver Harry Harrison, maar week daar al gauw zo veel van af dat de schrijver weinig meer herkende in het eindresultaat.
Het boek heb ik nooit gelezen. Dat ik die rolprent al zo lang in mijn geheugen meezeul, zou me kunnen verbazen, weinig als ik op heb met het SF-genre. Het verbaast me niet. Soylent Green is een vreemde eend in de bijt. Het moet het doen zonder geavanceerde speeltjes, robots, revolutionair ogende astronautenpakken of zwevende achtbanen van snelwegen.
Slechts één keer waagt de film zich aan een snufje. Het markeert een primeur in de filmgeschiedenis. Als eerste film ooit toont Soylent Green een videogame, Computer Space. Het is de meest gedateerde scène van de hele film.
Het verhaal
New York telt in het verhaal 40 miljoen inwoners. De meeste van hen zijn dakloos en leven onder erbarmelijke omstandigheden. Er is tekort aan voedsel, aan werk, aan papier, aan alles. Stroom valt om de haverklap uit. Criminaliteit en corruptie tieren welig. Jaren van onbeperkte groei hebben een zware tol geëist van het milieu. Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de stad permanent gebukt gaat onder een verzengende hitte. Het leven in de oceanen is uitgestorven. Besmettelijke ziektes en luchtvervuiling maken van het dragen van een masker een zaak van leven of dood. Het is niet gek dat in zo’n context de gemoederen regelmatig oververhit raken. De oproerpolitie is nooit ver weg om straatrellen hardhandig neer te slaan.
Vooral vrouwen hebben het zwaar te verduren. Alle kansen op gelijke rechten lijken voorgoed verkeken. Slechts enkele vrouwen zie je werken, als verpleegster, als non, maar vooral als een soort luxe escort die met het meubilair wordt meeverhuurd aan de gefortuneerden.
Eén van degenen die over zo’n meubelmeisje beschikt is William R. Simonson. Simonson is directielid van de Soylent Corporation, een levensmiddelenconcern dat met zijn fabrieken de helft van de wereld van voedsel voorziet.
De moord op Simonson brengt het verhaal aan het rollen. Aanvankelijk lijkt het een roofmoord, maar detective Thorn, gespeeld door Charlton Heston, komt er al snel achter dat er meer aan de hand is. Simonson werd de laatste weken voor zijn dood geplaagd door depressies en gewetenswroeging. Om achter de redenen daarvan te komen roept Thorn de hulp in van zijn vriend en huisgenoot Sol Roth, een rol van Edward G. Robinson.
Roth, ooit een eminent geleerde, nu nog steeds een wandelende encyclopedie getooid met de bijnaam The Book, gaat op onderzoek uit. Zijn ontdekkingen zijn zo gruwelijk dat hij besluit de dood te kiezen. Daarvoor kan hij terecht bij een euthanasiecentrum, waar hij nog één maal beelden van vroeger, van verloren gegane natuur kan terugzien, onder de tonen van zijn favoriete muziek. Maar voordat hij insliep heeft hij Thorn nog zijn bevindingen ingefluisterd. Het is nu aan Thorn om het spoor te volgen en de praktijken van de Soylent-groep aan het licht te brengen.
Richard Fleischer was een productief en alom gerespecteerd regisseur. Toch werd hij nooit tot de topcategorie gerekend. Daarvoor werd hij te vaak ingehuurd voor routineuze kaskrakers zonder ook maar een greintje artistieke pretentie. Ook Soylent Green is geen bijzonder goede film. Daarvoor is de verhaallijn te lang uitgesponnen en is het acteerwerk te overdreven, te gedateerd, met als dieptepunt de hysterische furniture girls.
De film heeft zijn momenten. Zeker het samenspel van Heston en Robinson tilt de film bij vlagen naar een hoger plan. Als beide mannen zich gulzig op een maaltijd vol vers voedsel storten zijn er twee topacteurs aan het werk, bovendien uitstekend op elkaar ingespeeld. Maar vooral de sterfscène van Roth is zeldzaam krachtig en wint nog aan gewicht als je weet dat het de laatste scène is die de dan terminaal zieke Robinson ooit gespeeld heeft. De film is daarmee zo goed als af en het is ronduit jammer dat de kijker nog een onnodig lange en vermoeiende achtervolgingsscène voorgeschoteld krijgt voordat Thorn vanaf zijn brancard het fameuze slotakkoord geeft.
Wat maakt Soylent Green een halve eeuw later dan toch de moeite van het kijken waard? Natuurlijk is het thema, het overleven op een geplaagde planeet, actueler dan ooit. Het helpt daarbij dat de film zich niet verliest in vals sentiment of illusies voorspiegelt. Thorn is allesbehalve een onkreukbare held. Bij zijn dienstbezoeken pikt en graait hij mee waar hij de hand op kan leggen. Ook een Hollywoodachtige happy ending is niet aan de orde. Sol Roth is dood, de furniture girls blijven bij het meubilair horen, het lot van Thorn is ongewis en er is niets dat er op wijst dat zijn boodschap gehoord zal worden.
Unieke voorspellende gaven?
Er is iets belangrijkers. De hoofdreden dat je ook vandaag geboeid kunt blijven kijken is precies omdat de beelden niet New York in 2022 laten zien, maar in 1972, alleen dan armoediger, grauwer. Er wordt zelfs nauwelijks moeite gedaan om een toekomst uit te beelden. Als Roth zich in het zweet fietst om wat stroom op te wekken wanen we ons eerder in de Tweede Wereldoorlog dan in het heden.
Dat is onbedoeld slim. Elke poging om toen 2022 visueel te verzinnen zou nu op de lachspieren wekken. Ondertussen zegt de film wel het een en ander over 2022. Op het eerste gezicht lijkt het met die onheilsprofetieën niet zo’n vaart gelopen te zijn. New York City is bijvoorbeeld nooit zo overbevolkt geraakt. Zelfs in zijn ruimste gedaante, als grootstedelijk gebied, telt New York vandaag bij lange na geen 40 miljoen inwoners, maar een krappe 19 miljoen, een aanwas van 3 miljoen in 50 jaar. Waar de stad in 1972 qua inwonertal alleen Tokio en Osaka voor zich moest dulden, behoort ze vandaag niet meer tot de tien grootste steden ter wereld.
Ook het aantal moorden is goddank ver achtergebleven bij het verhaal. Thorn heeft het over 137 moorden op één dag. In heel 2022, het echte 2022, was New York het toneel van 433 moorden. Dat aantal lag in de eerste helft van de zeventiger jaren bijna vier keer zo hoog.
Toch is de boodschap ook nu niet aan dovemansoren gericht. Zo mag armoede dan de laatste halve eeuw gestaag zijn afgenomen, wereldwijd lijden er nog steeds 800 miljoen mensen honger. De oceanen bieden geen soelaas en raken alsmaar leger, zo goed als de hele biodiversiteit achteruit holt. Ook de groeiende kloof tussen een gefortuneerde elite en een verpauperende bevolking, plus de spanningen die dat oproept, doen vandaag bellen rinkelen.
Veruit het meest herkenbaar is de scène waarin een puffende Robert Thorn zich het zweet van het voorhoofd wist temidden van alweer een hittegolf die de stad teistert. Op het klimaat en het broeikaseffect heeft Sol Roth dan al uitgebreid gefoeterd aan het begin van de film.
Beschikten de bedenkers over unieke voorspellende gaven? Niet echt, een deel van de inspiratie vonden ze ongetwijfeld door gewoon om zich heen te kijken. Criminaliteit flakkerde op in de grote Amerikaanse steden. Het was ook de tijd van de voortdurende Vietnamprotesten. Het vertrouwen in de overheid was historisch laag. Het Watergate-schandaal lag al op de loer.
Zorgen om de toekomst, het milieu, de natuur waren wijdverbreid. Voorgoed voorbij waren de vijftiger en zestiger jaren, die nog zo raak getypeerd werden door het loopbaanadvies van Mr. McGuire aan de jonge Benjamin Braddock in The Graduate. “I have one word to say to you, just one word. Plastic.” Bij dit nieuwe tijdvak leek de verzuchting van Sol Roth goed te passen. “People were always rotten, but the world was beautiful.”
In 1972 had het rapport De grenzen aan de groei van de Club van Rome het licht gezien. Vier jaar eerder was in de VS het geruchtmakende The Population Bomb van Paul en Anne Ehrlich verschenen. Van het boek, met een titel die weinig aan de verbeelding overliet, zouden meer dan twee miljoen exemplaren over de toonbank gaan.
Soylent Green was tegelijk duidelijk meer dan de weergave van een algeheel malaisegevoel op de straat. Daarvoor is het toekomstbeeld te specifiek. Wie had de filmmakers gesouffleerd? In elk geval niet Harry Harrison, de schrijver, die was immers afgehaakt.
The Trash Czar
Bij de aftiteling zag ik hem, de technical consultant: Frank R. Bowerman. Het intrigeerde me, over hem wilde ik meer weten. Dat viel nog niet mee. Waar zelfs de acteur met de kleinste rol nog op zijn eigen Wikipedia-pagina kan bogen, zwijgt de site in alle talen over Bowerman.
Toch was deze Bowerman niet de eerste de beste. Ten tijde van Soylent Green was hij juist verkozen tot president van de American Society of Environmental Engineers. Hij was toen verbonden als hoogleraar aan de University of Southern California, waar hij verantwoordelijk was voor de nog jonge richting environmental engineering, milieutechnologie. Maar zijn academische carrière was van korte duur. Het grootste deel van zijn loopbaan heeft hij in milieu- en gezondheidstechnologie gewerkt voor de stad Los Angeles.
Het verwerken van vast afval was zijn specialiteit. Zo kwam bijvoorbeeld de “canyon landfill”, waarbij de ravijnwanden dienst doen als begrenzing voor de vuilstort, uit zijn koker. Ooit was dat een doorbraak.
Eén artikel vond ik van hem, Managing Solid Waste Disposal in het California Management Review. Daarin spreekt hij over een nieuwtje, het geautomatiseerd opvangen van vast afval, dat net uit Zweden is komen overwaaien. Hij noemt de Hollandse successen met compostering.Tot slot breekt hij een lans voor recycling, dat dan nog in de kinderschoenen staat. In 1970 belandde nog 93% van het huishoudelijk afval in de VS op de stortplaats. Vijftig jaar later wordt 32% gerecycled, 12% wordt verbrand om energie terug te winnen.
In 1990 vormt Bowermans benoeming tot director van de net opgerichte Integrated Waste Management Department de kroon op zijn carrière. The Trash Czar, noemt de Los Angeles Times hem bij die gelegenheid. Kort daarop wordt de nieuwste vuilstortplaats naar hem genoemd.
Op 10 juli 1998, één dag na zijn 76e verjaardag, overlijdt Bowerman. Zijn medewerking aan Soylent Green heeft hij nooit berouwd. Bij het verschijnen van de film bestempelde hij lucht- en waterverontreiniging als de grootste bedreigingen voor de samenleving. Soylent Green was een waarschuwing, maar “als we geen actie ondernemen, wordt het meer dan dat, een passend grafschrift voor de mensheid.”[ii]
Vandaag voorziet het biogas van de Frank R. Bowerman Landfill 26.000 huishoudens van elektriciteit. The Mother of all Landfills, wordt de vaalt gekscherend genoemd en zij beschikt wél over haar eigen Wikipedia-pagina, al weet niemand meer precies wie de naamgever is.
Vergeten zijn ze, Bowerman en die andere wetenschappers die een halve eeuw geleden waarschuwden voor de gevolgen van grenzeloze groei. Als paniekzaaiers werden ze weggezet, maar pioniers waren het. Over sommige van hun ideeën kunnen we vandaag onze schouders ophalen of lacherig doen, andere hebben we geruisloos ingepast.
We’ve come a long way, zouden ze vandaag zeggen, opgelucht dat hun ergste waarschuwingen niet bewaarheid zijn, en ze hebben gelijk. Tegelijk is er nu een nieuwe generatie opgestaan die hun ouders en grootouders decennialange roofbouw op de planeet onder de neus wrijven. En zij hebben ook gelijk.
Ik denk terug aan dat citaat van Sol Roth, rotten men in a beautiful world. Die mens, hoe verdorven ook, doet zijn best, boekt vooruitgang tegen de stroom in, is daardoor altijd te langzaam en soms te laat. Dat is de les van Soylent Green, een eigentijdse film, een film van alle tijden.
© Ricus van der Kwast, januari-februari 2023
Een ingekorte versie van dit artikel is verschenen op Apache.be, 25 april 2023
RvdK bedankt de volgende personen voor hun medewerking aan dit artikel:
Francine Bangert (Orange County Waste & Recycling), Yolanda Moulden, Daniel Oerther (American Academy of Environmental Engineers and Scientists), Joseph Devinny, Massoud Pirbazari, Burçin Becerik (University of Southern California, Sonny Astani Department of Civil and Environmental Engineering)
[i] De spoiler aller spoilers:
[ii] Frank Bowerman, “Right on Target,” in MGM Soylent Green Pressbook, 1973, Soylent Green production file, Margaret Herrick Library.